Praktische tips vanop de zomerschool in Deurne

Het was een inspirerende dag op de zomerschool in Deurne, een van de 16 zomerscholen van stedelijk onderwijs Antwerpen. Wat meteen opvalt is dat zowel kinderen en leerkrachten hier graag zijn en trots zijn op hún zomerschool. 

Grote doelgroep vraagt een doelgerichte planning

Stedelijk onderwijs Antwerpen organiseert deze zomer een zomerschool voor 600 kinderen die een extra duwtje in de rug kunnen gebruiken. De selectie van deze kinderen gebeurde aan de hand van een lijst met socio-economische indicatoren. Deze lijst werd nog eens voorgelegd aan de zorgcoördinatoren om de kinderen aan te duiden met de hoogste nood. Een bereik van 600 kinderen is iets om trots op te zijn, maar de nood naar extra ondersteuning reikt veel verder in een grootstad zoals Antwerpen. 

De doelgerichtheid is opvallend in de voorbereidingen, de planning en de opvolging. De leerdoelen zijn nauwkeurig geselecteerd en de opvolging van de leerlingen gebeurt grondig op basis van observaties en rubrics. In deze rubrics staan duidelijke omschrijvingen van het gedrag van het kind per doelstelling zodat de leerkracht van het kind een beginsituatie kan meegeven en de medewerkers van de zomerschool de vooruitgang van de kinderen kunnen monitoren. De beginsituatie wordt in rekening gebracht bij het indelen van de kinderen in kleinere nestjes. Met deze manier van werken wil men alles uit deze twee weken zomerschool halen en ten gronde inzetten op leersprongen, want het blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat doelgerichtheid bijdraagt aan de effectiviteit van de zomerschool.

Nederlands en welbevinden als duidelijk doel

De doelen zijn duidelijk. Er wordt twee weken volop gewerkt aan Nederlands en welbevinden. Bij Nederlands staat lezen en spreekdurf centraal en aan welbevinden wordt gewerkt door vanaf dag 1 in te zetten op groepsvorming, relaties onderling en relaties tussen kinderen en medewerkers. De positieve sfeer is voelbaar en storend gedrag is volledig afwezig. De kinderen worden ingedeeld in verschillende nesten en ieder nest start de dag met zijn eigen uitgevonden zomerscholenklap. De dag begint met een kringgesprek waarna de groep wordt opgesplitst in groepjes van vijf leerlingen. Allemaal voorbeelden van hoe er ingezet wordt op positieve relaties en groepsvorming. Bij elke stap die men zet op deze zomerschool, zitten de doelen in het achterhoofd. De zomerdirecteurs, iedere vestiging heeft er 1, zet dan ook volop in op collective teacher efficacy (CTE) wat het geloof betekent om met het hele team positieve resultaten te behalen bij leerlingen en een bijzonder sterk effect heeft op de prestaties van kinderen. 

Verhalend leren als rode draad

Deelname aan de zomerschool is vrijwillig en het blijft een uitdaging om ervoor te zorgen dat de kwetsbaarste kinderen tien dagen aanwezig zijn. Daarom koos men voor verhalend leren of met andere woorden de storyline approach waarbij men de onderwijsleeractiviteiten past in een verhaal dat doorloopt en werkt naar een climax gedurende twee weken. Om dit verhaal vorm te geven, werd er een samenwerking aangegaan met het theatergezelschap De Brokkenmakers die elke dag de kinderen door middel van filmpjes, audiofragmenten of real life ontmoetingen zorgen voor de nodige spanning. De kinderen worden meegezogen in het avontuur waardoor het leren geïntegreerd is in het spel. Door de spanning en het avontuur in het verhaal probeert men van de zomerschool een feest te maken zodat de kinderen gemotiveerd zijn om elke dag terug te komen.

Opvolging, vormingen en uitwisseling

Een effectieve zomerschool van dergelijke orde organiseert zichzelf niet. Om iedereen op dezelfde lijn te krijgen en te professionaliseren vinden er verschillende initiatieven plaats. Zo was er voor de 16 zomerdirecteurs een driedaagse met vormingen over activerende werkvormen, de werking van het brein enzovoort. Deze 16 zomerdirecteurs komen ook gedurende de zomerschool elke dag een uurtje online samen (de zomercirkel) om tips and tricks uit te wisselen. Vervolgens organiseert iedere zomerdirecteur voor zijn team tussen 16u en 17u, als de kinderen naar huis zijn, een groepsmoment met de begeleiders. Er is dan tijd om enerzijds informatie over de kinderen uit te wisselen en anderzijds worden er uitdagingen op tafel gelegd en worden successen gevierd. Als er in de groep geen antwoord wordt gevonden op de uitdagingen in de zomerschool, dan is er ook nog de vliegende brigade. Deze brigade bestaat uit mensen met een pedagogische achtergrond die ter redding komen met kennis en ervaring om het zomerteam te ondersteunen. 

De inhoudelijke lijnen van de zomerschool werden in mei reeds vastgelegd door pedagogen. Ze ontwikkelden een padlet waarin begeleiders gemakkelijk de leerdoelen en heel wat inspiratie voor activiteiten per dag terugvinden. 

De zomerschool maakt zeker een verschil voor de kinderen die er waren. Jammer genoeg stonden er nog heel wat kinderen op de wachtlijst en zouden er tien keer zoveel kinderen in aanmerking komen. Op dit moment is de zomerschool iets extra, het komt er bovenop, wat de organisatie niet zo simpel maakt. De nood aan extra ondersteuning voor kwetsbare kinderen is enorm groot. Het centrale vraagstuk is hoe we de werking van de zomerschool kunnen verankeren en hoe we op een duurzame manier werk kunnen maken om leersprongen te genereren voor de kinderen die het nodig hebben. De zomerschool zou een onderdeel moeten zijn van een traject dat een kwetsbaar kind aflegt gedurende verschillende jaren zodat alle energie die nodig is om dergelijke zomerwerking op te zetten maximaal rendeert.

Deel: